Column in De Standaard van 25/04/17: Is armoede een slechte gewoonte? Over de beleidsverklaring van staatssecretaris Demir

Is armoede een slechte gewoonte?

We zouden het in alle commotie over haar persoon haast vergeten, maar de nieuwe staatssecretaris voor Armoedebestrijding heeft een beleidsverklaring afgelegd. Daarin staat een zijdelingse, maar opvallende verwijzing naar het gebruik van motivatietechnieken tot gedragsverandering bij mensen in armoede.
Ik citeer: ‘Ik wil hen via slimme stimulering het gepaste en uitdrukkelijk positieve duwtje in de juiste richting geven.’ Zuhal Demir verwijst onder meer naar BIT (The Behavioral Insights Team) in Groot-Brittannië. Een van de doelstellingen van dit team is ‘mensen in staat stellen betere keuzes voor zichzelf te maken’.
Dat idee is niet nieuw. De hele gedachte achter empowerment is hierop gebaseerd: je maakt mensen sterker, zodat ze meer macht over hun leven verwerven. Ook nudging ligt in die lijn: (kleine) maatregelen die een bepaald soort gedrag bevorderen. Denk aan iets als gezonde voeding op ooghoogte leggen in de supermarkt om een betere leefstijl te bevorderen.
Bij de staats­secretaris zal een sms’je op tijd en stond – ‘niet tweeten Zuhal, niet tweeten!’ – ook niet volstaan
Klinkt plausibel allemaal, maar er schuilen addertjes onder het gras. Indien je zulke maatregelen niet inpast in een breed beleid, missen ze hun effect. Of ze maken de situatie erger dan voorheen. De grootste valkuil is met name dat je alle verantwoordelijkheid doorschuift naar het individu, terwijl de maatschappelijke context en de rest van het beleid onveranderd blijven.
Door technologie in te schakelen lijkt het alsof de dingen vanzelf gaan. Een of ander appje maakt wat lawaai op het gepaste moment, en klaar is kees, toch? Helaas, schijn bedriegt. Sms’jes op je telefoon om je aan iets te herinneren? Fijn, maar dan moet je er wel een hebben. En ook met die herinnering blijft tandartsbezoek even duur. Kortom, indien de omstandigheden gelijk blijven, leidt meer informatie hebben niet tot meer mogelijkheden. Het is zoals met geld sparen: ook al weet je dat het verstandig zou zijn, om te sparen heb je geld nodig en dat hebben mensen in armoede niet.
Daarom is de cruciale vraag: wat doet een overheid indien dit duwtje in de rug niet leidt tot gedragsverandering? Vaak dreigt ze dan met sancties. Want, zo redeneert ze, als je zelfs na dat extraatje nog steeds niet doet wat hoort, moet je wel van slechte wil zijn. Zo dreigt een beleid dat uitpakt met ogenschijnlijk positieve maatregelen uit te lopen op het tegendeel: een verregaande culpabilisering van de arme persoon in kwestie, omdat die er, zelfs met extra informatie, nog niet in slaagt te doen wat moet. Terwijl meer informatie niet noodzakelijk tot meer kansen leidt.
Die culpabilisering kun je vermijden door vooreerst positieve steun af te stemmen op het doelpubliek. Geletterde mensen gaan nu eenmaal beter om met techniek waardoor ze sneller tips of informatie oppikken. Vervolgens is het cruciaal om aan gedragssturing geen sancties te verbinden. Mensen in armoede genieten heus niet van de zorg die ze krijgen. Hun startsituatie is alleen van die aard dat het moeras waarin ze verzeild zijn geraakt, te diep is om er zomaar uit te stappen. Waar het hen vooral aan ontbreekt is geld en cognitieve vrijheid: alles staat in functie van de strijd tegen geldtekort, zodat de mentale ruimte voor andere zaken – gezondheid, opvoeding – vaak ontbreekt. Dan volstaan sms’jes niet.
Trouwens, een overheid die mensen daadwerkelijk wil empoweren moet – paradoxaal misschien – juist actiever worden dan voorheen. Gedrag duurzaam ombuigen kost tijd en heeft pas kans op slagen indien er een structureel beleid tegenover staat dat dit mogelijk maakt. Extra stimulansen moeten de kers op de taart zijn van een ondersteuningsbeleid, niet de vervanging ervan.
Mensen ondersteunen kan ook nooit alleen via technologische kanalen verlopen. Overleg en dialoog in real time blijven belangrijk om mensen beter in staat te stellen met dit alles om te gaan. Pas dan kunnen duwtjes ook een echte steun betekenen en tot meer individuele verantwoordelijkheid en zelfs kostenbesparingen leiden.
Iedereen weet dat menselijk gedrag een taaie klant is. Het omvat veel meer dan kennis alleen. Slechte gewoontes leren we bijgevolg niet snel af, ook al weten we beter. Denk ter illustratie aan de directe stijl van de staatssecretaris zelf: dat ze die na al die jaren nog steeds aanhoudt, zelfs al berokkent het haar schade, maakt duidelijk dat ook haar gedrag hardnekkig is. Ik neem aan dat in dit geval een ondersteunend sms’je op tijd en stond – ‘niet tweeten Zuhal, niet tweeten!’ – evenmin zal volstaan. Waarom zouden mensen in armoede daar beter in moeten zijn?
Uiteindelijk is het enige verschil tussen mensen in armoede en mensen met geldoverschot het volgende: we hebben allemaal slechte gewoontes, maar alleen mensen in armoede kunnen ze zich niet veroorloven, de anderen wel.

Comments

Popular posts from this blog

Interview De Morgen over 'voorspellende geneeskunde' (De Morgen, 090714, Barbara Debusschere)

Opiniestuk DS (28/11/13) 'De piëdestal van het morele narcisme'