Over cultuur en het belang van grote vragen

Opiniestuk in  De Standaard, 20/02/17

Cultuur is de verfilming van onze twijfel

In de mêlee van de dagelijkse realiteit mogen we, aldus Ignaas Devisch, nooit ophouden grote vragen te stellen. Die zijn overbodig, maar o zo relevant.
Wie? Doceert medische filosofie en ethiek aan de UGent en de Artevelde-hogeschool, columnist van deze krant.
Wat? Zodra we even niet opletten, gaan we op zoek naar de zin van het bestaan.
‘Hoe kunnen we dit wakker worden noemen in een wereld die er alleen nog lijkt te zijn omdat ze verdwijnt?’ Met die vraag begint ‘En’, een gedicht uit Koor, de jongste dichtbundel van Peter Verhelst. Het laat mij met verstomming achter en het is een typisch voorbeeld van een vraag die je wel kunt stellen maar waarop je geen pasklaar antwoord in huis hebt. Zoiets heet dan een grote vraag.
Historica Sophie De Schaepdrijver riep in het interessante dubbelinterview met Josse De Pauw op om de grote vragen te blijven stellen (DS 11 februari) . Al levert het je geen bonuspunten op voor je academische carrière, buiten de paden van je specialisme treden, verhindert dat je in zelfgenoegzame zekerheid terechtkomt, beaamde De Pauw, met wie De Schaepdrijver de theatervoorstelling De helden schreef.
Grote vragen behoren tot wat ik omschrijf als het terrein van de relevante overbodigheid: alles wat het leven de moeite waard maakt maar ons niets oplevert. Omdat de bekende slogan ‘time is money’ zowat de hele samenleving aanstuurt, ligt onze focus meestal op de vraag naar het nut van iets: wat brengt het op? Nuttige zaken zijn natuurlijk euh… nuttig, dat spreekt. Met nuttige kennis bouw je bruggen, genees je zieken of warm je een huis op. Natuurlijk bestaan er ook veel niet-nuttige zaken die uiterst relevant zijn. Mochten we alleen redeneren in utilitaire termen, dan organiseren we geen feesten (geldverspilling), wandelen we niet in de sneeuw (tijdverlies) of drinken we geen koffie samen met onze vrienden (geld- en tijdverlies). Maar dat doen we dus wel en vrij massaal. Zelfs wie het nut van alles vooropstelt, doet dit omdat hij of zij er gelukkig van wordt. En gelukkig zijn, dat is pas een onnuttige aangelegenheid.
Existentiële masochisten
Mochten we alleen redeneren in utilitaire termen, dan organiseren we geen feesten, wandelen we niet in de sneeuw
Natuurlijk zijn soms de levensomstandigheden zo dwingend dat we niet anders kunnen dan ons op te houden met de praktische zaken. Wie geen geld heeft om eten te kopen, zal zich vermoedelijk niet afvragen of het zwarte vierkant van Malevitsj een interessant kunstwerk is. ‘Erst das Fressen’, weet je wel. Grote vragen krijgen niet altijd de plaats die ze verdienen.
Vragen stellen is nochtans geen luxe maar een existentiële noodzaak. De Duitse filosoof Immanuel Kant wist het al: de mens is een wezen dat zichzelf kwelt met vragen waarop het geen antwoord weet. We zijn existentiële masochisten, leden van een twijfelende diersoort die altijd hoger springen dan hen vermag om zich daarna af te vragen waarom ze het gedaan hebben.
Dit soort vragen behoort bij uitstek toe aan het terrein van de cultuur. Cultuur gooit vragen in ons gezicht waarmee we niet meteen weg weten. Of beter, het ensceneert voor onze neus de vragen waarmee we sowieso worstelen. Zodra we een beetje rondstruinen in dit leven komen we uit bij de vraag of wat we doen wel de moeite waard is en of de dingen wel zin hebben. Geen mens die daar het definitieve antwoord op heeft. En mochten we ooit denken het finale woord op dit soort vragen in pacht te hebben, dan is cultuur de plaats bij uitstek om ons te wijzen op de feilbaarheid van ons spreken.
Twijfel
Grote vragen kunnen schuilen in kleine dingen. Ze illustreren hoe we, als het er echt op aankomt, over bitter weinig houvast beschikken om een strikt levenspad uit te tekenen. Vragen leiden tot twijfel en onzekerheid en het is geen toeval dat in het dubbelinterview het woordje ‘twijfel’ 22 keer valt. Zelfs de meest eenvoudige kwesties blijken vaak bijzonder lastig om er een eenduidig antwoord op te geven. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de vraag naar de maakbaarheid van de mens, over het waarom van het leven en de verleiding om daar sluitende antwoorden op te verzinnen. En zelfs al neemt onze nuttige kennis over vele zaken toe, tot volledige zekerheid over ons bestaan komen we waarschijnlijk nooit. En dus hebben we cultuur nodig om ons in die worsteling bij te staan.
De kwestie is daarom nooit of cultuur een plaats verdient in onze samenleving, maar hoe we gestalte geven aan het feit dat we er niet in slagen om niet aan cultuur te doen. Zodra we even niet opletten, worden we metafysische dieren, op zoek naar de zin van het bestaan. Dat mag dan een overbodige zoektocht zijn, van de grote vragen raken we waarschijnlijk nooit verlost. En daarom is cultuur zo essentieel voor een samenleving.
Niets is zo noodzakelijk als het overbodige.

Comments

Popular posts from this blog

Interview De Morgen over 'voorspellende geneeskunde' (De Morgen, 090714, Barbara Debusschere)

Opiniestuk DS (28/11/13) 'De piëdestal van het morele narcisme'