Column De Standaard 17/01/17: Waar links rechts vindt
Waar links rechts vindt
Er gaat geen week voorbij of er is wel iemand die tegen links fulmineert. Maar waarvoor staat links vandaag en wat maakt dat het zou falen?
Vooreerst dit. Rechtse standpunten innemen vraagt niet zoveel moed als sommigen laten uitschijnen. Het volstaat om mee te surfen op de golven van de tijd, want rechts is behoorlijk mainstream geworden. Wie tekeergaat tegen het zogeheten politiek correcte linkse denken krijgt vaak gehoor, want er wordt dezer dagen oorverdovend hard naar rechts geluisterd.
En de media? Die doen zelf duchtig mee. Zo kopte De Telegraaf vorige week ‘asielplaag’ op de voorpagina. Links is dat niet. Dat er een politiek correcte elite zou bestaan die doelbewust informatie filtert, zodat in mainstreammedia alleen linkse thema’s aan bod komen, klinkt daarom stilaan als een scheet in een lege fles. Dat linkse media fenomenen als Donald Trump niet ernstig nemen, is geen argument, want zowat alle media verkeken zich op deze schizoïde figuur. Of is Fox een linkse zender geworden?
Op ethisch vlak doet rechts hetzelfde als links op sociaal-economisch vlak: dingen bewaren
De kernvraag luidt: wat betekent het woord ‘links’ vandaag? In een notendop staat ‘rechts’ voor conservatief (bewaren) en ‘links’ voor progressief of liberaal (veranderen). De waarden die links traditioneel uitdraagt, zijn rechtvaardigheid, solidariteit en sociale gelijkheid. Die idealen mogen dan in oorsprong progressief zijn, net omdat ze vandaag onder druk staan, heeft links de neiging om ze te verdedigen. Daardoor is het vaak conservatief in de letterlijke betekenis van het woord: het wil verworven ideeën bewaren (conserveren).
Denk aan de sociale zekerheid. Links wil die intact laten omdat het decennia heeft gestreden voor verworven sociale rechten. Daarom pleit het, met het (terechte) oog op een leefbare samenleving, haast vanzelf tegen een bepaald soort van verandering. Uiteraard is dat niet op alle terreinen het geval. Het linkse pleidooi voor een andere omgang met het milieu is wel degelijk progressief omdat het verandering bepleit. Maar op andere terreinen probeerde links vaak te behouden wat het kon, zodat het niet langer vanzelfsprekend de leverancier van nieuwe ideeën is. Logisch: bij wie alleen conserveert, stolt het denken.
Vooral op sociaaleconomisch vlak komen nieuwe ideeën al een tijdje vanuit rechtse hoek, met telkens dezelfde boodschap: als we nu niets doen, volgt de Apocalyps. Voorstellen zoals meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt, de afschaffing van de Conventie van Genève of de activering van langdurig werklozen of zieken zijn allemaal ballonnetjes die ter rechterzijde worden opgelaten.
Op ethisch vlak zien we zowat het spiegelbeeld daarvan. Hoewel sommigen links verwijten het privilege op ethische waarden te claimen, heerst het waardediscours vooral ter rechterzijde. Links kiest daar voor de vlucht vooruit en pleit voor een open cultuur of superdiversiteit. Rechts daarentegen staat op de ethische rem, met pleidooien voor traditionele normen en waarden, de eigen cultuur of door wetgeving terug te schroeven die pakweg abortus legaliseert. Op ethisch vlak doet rechts hetzelfde als links op sociaaleconomisch vlak: dingen bewaren of herstellen om de boel bijeen te houden, eveneens in naam van een leefbare toekomst.
Het is dus maar de vraag wie progressief is en wie conservatief. Misschien hebben links en rechts meer gemeen met elkaar dan op het eerste gezicht lijkt? Hoewel de polarisering op een aantal vlakken groot is, delen ze een interessante paradox: ze hebben én angst voor verandering én ze eisen verandering. De angst voor verandering ontstaat telkens door wat de ander bepleit: links vreest wat rechts wil en omgekeerd. En de eis tot verandering ontstaat door de wederzijdse reflex van de tegenpartij om dingen te behouden. Omdat de een iets wil behouden, vreest de ander verstarring. En vice versa.
Denk aan betogingen: rechts komt doorgaans niet op straat om te betogen tegen lastenverlaging voor werknemers, een geglobaliseerde wereldeconomie en meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt – dat doen linkse syndicalisten in hun plaats – maar wel om te protesteren tegen vluchtelingen die onze jobs zouden afnemen. Allebei roepen ze dat door toedoen van de ander (dezelfde) jobs verloren gaan.
Links en rechts delen elkaars angst. Zo ligt alles bij voorbaat vast en worden alleen zij populair die drastische veranderingen bepleiten. De rest is vrij voorspelbaar. Laat me daarom eindigen met een cryptische gedachte van Søren Kierkegaard: ‘Eerst hij die door de angst wordt gevormd, wordt door de mogelijkheid gevormd.’
Een mogelijkheid is natuurlijk vaak veel moeilijker dan de werkelijkheid – die laatste is er al, de eerste moet je nog creëren. Anders gezegd: alleen door voortdurend te veranderen, kun je iets behouden. Progressieve gedachten bewaren, heeft iets van een museum voor actuele kunst: zodra je actueel werk tentoonstelt, wordt het museaal.
Comments
Post a Comment