Column De Standaard van 18 oktober 2016

De zin van de wereld openen

We zullen het geweten hebben: de bekendste van alle Vlaamse filosofen heeft een nieuw boek uit. Over God. Als we redelijk zijn, zo leest de aankondiging, kunnen we niet anders dan overtuigd raken dat in God geloven een slechte optie is. Meer zelfs, we moeten in het bijzonder het christendom afwijzen om principieel ethische redenen.

In zijn evangelische ijver om ons van het geloof af te helpen – gij zult niet geloven! – is Vermeersch allesbehalve de eerste, laat staan de enige rabiate atheïst in ons taalgebied die met God wil afrekenen. Herman Philipse (Atheïstisch manifest), Freddy Mortier (De hoer van de duivel), Dirk Verhofstadt (Atheïsme als basis voor de moraal), om er maar enkele te noemen, gingen hem voor. Moeten we ons niet stilaan afvragen of vandaag vooral ongelovigen over God schrijven? Vanwaar die bekeringsijver?
Natuurlijk zouden we hiertoe politieke redenen kunnen aanwenden. Dat goden ertoe doen en inzetbaar zijn om geweld te legitimeren, is ons helaas bekend. Niemand die vandaag de mobiliserende kracht van heilige teksten zal miskennen of de gevaren ervan onderschat. En dat religies meestal een remmende factor op emancipatie (geweest) zijn, dat spreekt. Maar om die politieke redenen lijkt het de auteur(s) niet te doen. Geloven tout court zou een gevaarlijke illusie zijn, als was het een hoofdzonde die we dringend moeten afzweren.
Bestaat de kerntaak van het atheïsme uit het bestrijden van geloof?
Vol verwondering vraagt Etienne Vermeersch zich af waarom er nog steeds mensen zijn die beweren dat God bestaat, zonder dat ze het kunnen bewijzen of weerleggen, of God behoorlijk kunnen definiëren. Dat is een messcherp criterium voor een mensenleven, want beeld je eens een leven in vanuit deze eis. Waartoe zou dat ons leiden? Als we maar gelukkig kunnen zijn nadat we een sluitende definitie voor geluk klaar hebben, komen we pas goed in een tranendal terecht. Trouwens, geloven de meeste atheïsten niet ook in de rationaliteit der dingen of in het idee dat het uiteindelijk wel goed komt met de mens, zonder daartoe het sluitende bewijs in handen te hebben?
De kwestie is: bestaat de kerntaak van het atheïsme uit het bestrijden van geloof? Indien je geloof politiek inzet, kan het natuurlijk een gevaarlijke illusie worden. Maar geldt dat niet voor elke gedachte die we politiek inzetten – denk maar aan het communisme. Eerder dan het geloof met vuur en zwaard te bestrijden, zou het atheïsme zich kunnen focussen op de vraag wat het betekent te leven in een wereld die uit zichzelf geen enkele zin heeft. Want dat is nu eenmaal de uiterste consequentie van het leven zonder geloof. Maar dat is iets anders dan alleen maar vanuit rationaliteit te vertrekken. Leven is ook verbeeldingskracht, intimiteit, verwondering en zoveel meer.
De Franse filosoof Jean-Luc Nancy formuleerde de kwestie als volgt: ‘Atheïstisch zijn betekent niet langer een goddelijkheid verwerpen die zichzelf heeft laten verdwijnen (men kan het dus misschien niet langer “atheïsme” noemen). Het betekent: de zin van de wereld openen.’
De zin van de wereld openen, misschien ligt daar dan wel dé opgave voor het atheïsme vandaag. Het betekent zoveel als zich afvragen hoe te leven in een wereld die uit zichzelf geen zin heeft. Indien we in zo’n wereld iets van ons leven willen maken, zal het van onszelf moeten komen. De wereld trekt zich niets aan van de mens: de goeden worden niet noodzakelijk beloond, de slechten worden niet noodzakelijk bestraft; het lijden bestaat zomaar en hoezeer we dat ook bestrijden, aan de tragiek of de absurditeit van onze levensloop ontsnappen we nooit.
Willen we niet juist daarom in iets geloven, al is het maar om ons tot die absurditeit te verhouden? Moeten we het wel laten om ons een betere wereld in te beelden? Optimisme is een geloof als een ander en misschien is het zelfs een nuttige illusie om vooruit te raken in dit leven. Waarom zouden we anders streven naar wetenschappelijke kennis, vooruitgang of zinvolle relaties? Wie, inclusief atheïsten, gelooft nu niet in liefde, geluk, hoop, toekomst, of in de veerkracht van de mens, of in zijn kinderen?
Natuurlijk houden we ons beter bij aantoonbare feiten als het op maatschappelijke organisatie aankomt. Maar volhouden dat geloof of religie het monopolie hebben op geweld is de feiten verkrachten. De grote ideologieën van de twintigste eeuw (marxisme en nationaalsocialisme) waren allerminst op religie gebaseerd, en we kunnen moeilijk beweren dat ze het goed hebben gedaan.
Of een wereld zonder geloof een betere wereld zou zijn, is daarom maar zeer de vraag; of ze het met geloof is, ook. Maar als de enige bestaansreden van het atheïsme erin zou bestaan de onverlichte massa te waarschuwen tegen confessionele dwalingen, lijkt het dan niet bijzonder goed op Jahweh zelve die het volk Israël zijn toorn niet spaarde toen het in plaats van Hem een gouden kalf aanbad?

Comments

Popular posts from this blog

Interview De Morgen over 'voorspellende geneeskunde' (De Morgen, 090714, Barbara Debusschere)

Opiniestuk DS (28/11/13) 'De piëdestal van het morele narcisme'