Opiniestuk over ethische debatten

Met een grote snelheid komen vele (nieuwe) vraagstukken op ons af. Op vraag van de krant De Standaard heb ik een stukje hierover geschreven. Je kan het hieronder lezen:




HET NIEUWE LEVEN EN HOE ONS EROP VOOR TE BEREIDEN
Ook een speelterrein heeft grenzen
IGNAAS DEVISCH
Wie? Hoofddocent medische filosofie en ethiek (UGent en Arteveldehogeschool), ­voorzitter De Maakbare Mens vzw.
Wat? Er zijn dringend ­plekken nodig waar we ten gronde kunnen nadenken over medische ­evoluties, niet alleen over wetten en procedures.
We moeten de volgorde der dingen veranderen, vindt IGNAAS DEVISCH. In plaats van op ethisch vlak de (medische) evoluties achterna te hollen, zouden we er beter aan doen fundamenteel te debatteren over waar we naartoe willen op dat vlak.
De NIP-test, stamceldonatie, genetisch testen en nu ook draagmoederschap: het regent de afgelopen jaren ethische debatten rond geboortekwesties. Veel heeft te maken met de onwaarschijnlijke snelheid waarmee we technologische vooruitgang boeken op een aantal terreinen. De mens wordt stilaan helemaal maakbaar.
Gezien mijn opleiding en functie zou ik blij moeten zijn met die evoluties. Toch bekruipt me soms een onbehaaglijk gevoel over de manier waarop de discussies verlopen. Ten eerste worden vele debatten oppervlakkig gevoerd omdat de berichtgeving erover even snel verdwijnt als ze opkomt. Meestal reageert iedereen dan vanuit wat hij al denkt, stellen we vast dat die standpunten divers zijn, en doen we verder. Voorts worden veel discussies over medische interventies op ons lichaam vaak gevoerd in financiële of in juridische termen: wat zal het ons kosten en wat is wettelijk toegestaan?
Totale uitverkoop
Die procedurele afwegingen zijn nodig en het is ook goed om de diversiteit aan overtuigingen over ethische kwesties te herbevestigen, maar houdt het daarmee op? Moeten we niet wat verder vooruitdenken en de meest basale vraag stellen waartoe deze context ons uitnodigt: waar willen we met dit leven naartoe? Houden we totale uitverkoop van ons lichaam of stellen we toch graag enkele grenzen?
De discussie over de commercialisering van draagmoederschap illustreert wat ik hierboven schrijf. Zoals Karel Verhoeven in het redactioneel commentaar liet optekenen: we hebben het over smaken en voorkeuren, maar we denken niet ten gronde na
(DS 4 mei)
. We stellen vast dat we het oneens zijn maar blijven bij ons standpunt, en ondertussen verhuren mensen hun baarmoeder waarbij de wetten van vraag en aanbod gelden. Ik ondersteun daarom de oproep van Lieven Vandendriessche: ‘Ga écht in debat!’
(DS 5 mei)
.
Hoe dan? Over fundamentele vragen moet je kunnen nadenken. Dat kost tijd en dus geld, hoor ik u denken. Dat klopt, maar niet nadenken kost vaak nog veel meer. Van heel wat nieuw opgestart onderzoek merken we pas en cours de route wat de impact ervan is. Soms is dat onvermijdelijk, maar niet altijd. Zo is klonen eerst jarenlang onderzocht en uitgetest, pas daarna kwam het besef dat het onwenselijk zou zijn dit (bij mensen) in te voeren, waarna het onderzoek werd stopgezet. Die volgorde lijkt mij geen goeie zaak.
Het leven is ons speelterrein geworden. Dat is een grote luxe, maar er staat veel op het spel. Daarom is het de moeite waard om met zijn allen een aantal vragen te stellen en ethische debatten niet alleen aan experts over te laten. Men zegt vaak van ethiek dat ze ‘te laat’ is. Dat komt door de aard van de vragen (fundamenteel), maar ook door het gebrek aan mogelijkheden (tijd en ruimte) om ermee aan de slag te gaan. We hebben daarom nood aan forums en instellingen die mensen de kaders aanreiken om ten gronde na te denken over medische evoluties en niet alleen over wetten en procedures. Over ethiek debatteren impliceert dat we de gevolgen van bepaalde evoluties inschatten (wat is het) en nadenken hoe we ons ertegenover willen verhouden (wat is wenselijk). Dat vraagt om een denkproces waarbij we ons eigen standpunt leren bevragen en bijstellen. Dat is complex maar doenbaar mits vanuit opvoeding, onderwijs en aanverwante instituten de nodige inspanningen worden gedaan.
Ik en mijn omstandigheden
Momenteel bestaat er maatschappelijk nauwelijks ruimte voor dit soort vragen en ondertussen hertekenen wetenschappers onze toekomst. Vroeger, toen de dingen nog duidelijk waren en ethiek een kwestie was van traditie, hoefden en konden we niet (of veel minder) nadenken hierover. Dan was het leven een lot dat ons overviel en dat we te aanvaarden hadden. Nu dat (gelukkig) niet langer zo is, raken we in ademnood door alle keuzes die we moeten maken. Dat is een positief probleem maar het vraagt wel om een betere aanpak.
Er zit niets anders op dan onszelf beter voor te bereiden op mogelijke evoluties en potentiële keuzes. En te leren omgaan met een gebrek aan consensus maar toch te proberen bepaalde grenzen maatschappelijk vast te leggen. Dat impliceert veel meer dan ons van alle denktradities ontdoen en louter individueel in zogeheten absolute vrijheid keuzes maken. Absolute zelfbeschikking is een mythe die vooral door de markt wordt gevoed, maar die mijlenver van de realiteit af staat.
Zoals de bekende uitspraak van de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset aangeeft: ‘Ik ben ik en mijn omstandigheden.’ Indien de omstandigheden veranderen, wijzigen wij mee. Nu nog leren ermee omgaan, met onszelf en met die veranderde omstandigheden.
Absolute zelf­beschikking is een mythe die vooral door de markt wordt gevoed, maar die mijlenver van de realiteit af staat


Comments

Popular posts from this blog

Interview De Morgen over 'voorspellende geneeskunde' (De Morgen, 090714, Barbara Debusschere)

Opiniestuk DS (28/11/13) 'De piëdestal van het morele narcisme'