Boekbespreking Lieven Annemans, De Prijs van gezondheid (later nog na te lezen in SAMPOL)

De Prijs van gezondheid

Gezondheid tot welke prijs?
Hoogleraar gezondheidseconomie Lieven Annemans heeft voor het eerst een boek geschreven en dan hoeft het niet te verwonderen dat de twee thema’s van zijn discipline daarin centraal staan: geld en gezondheid. Dat gezondheid (veel) kost weten we, dat het steeds meer kost ook. Maar dat we tegelijk teveel en te weinig geld eraan uitgeven, is voor velen onder ons al wat minder evident. Welnu, doorheen deze ogenschijnlijke paradox loodst het boek De prijs van uw gezondheid de lezer op een voortreffelijke, onderbouwde en toegankelijke manier (Annemans, 2014). Een verdienste.
Tegen het gemakzuchtige cliché in dat België op vlak van gezondheidszorg een opmaat is voor de hele wereld, legt Annemans ook de pijnpunten ervan bloot: te weinig preventie, te veel aandacht voor kwantiteit en te weinig voor kwaliteit, overdiagnose en overbehandeling en een nijpend tekort aan personele omkadering om een minimum aan kwaliteitsvolle zorg te garanderen. Enerzijds schenken we te weinig aandacht aan het voorkomen van problemen en aan de inspraak van patiënten; anderzijds word,t door een systeem dat beloond wordt naar rato van het aantal prestaties, naadloos ingespeeld op de steeds groter wordende vraag van mensen naar allerhande scans, screenings en medische beeldvorming; deze laatste doen, door hun hoge kost, het systeem financieel wankelen. Indien het deze kant blijft opgaan en het politieke loodgieterswerk aanhoudt, begraven we langzaam maar zeker de garantie dat in onze samenleving iedereen aanspraak kan maken op een goede gezondheid.
Samen met dit somber toekomstbeeld van ons gezondheidssysteem, krijgen we als lezer duidelijke en concrete oplossingen aangereikt om dit complexe veld bij te sturen in een richting die meer gewenst is – in termen van meer garantie op kwaliteit kan bieden – en betaalbaar blijft; dat die twee samenhangen, is voor de auteur wel evident maar misschien toch goed om even toe te lichten: indien we aan iedereen vragen om op een verantwoorde manier met de gezondheid om te gaan, dan is het voor de auteur logisch dat we het budget van onze gezondheidszorg zo verdelen, dat het efficiënt en transparant verloopt en dat de keuzes die we erin maken, rechtvaardigheid en ethiek hoog in het vaandel dragen. Geld verspillen aan overbodige behandelingen impliceert onvermijdelijk dat we inboeten aan kwaliteitsvolle behandeling op een ander vlak. Het geld is eindig, de vragen eindeloos, en dus moeten we kiezen, prioriteiten stellen en verdelen.
Waar we nood aan hebben, aldus Annemans, is een duidelijke en coherente visie op gezondheidsbeleid, gebaseerd op cijfers en rationeel te rechtvaardigen keuzes. Dus moeten we af van onze aanbodgestuurde vraag – aanbieders van zorg, bepalen de zorgvraag door wat in hun ‘winkel’ te verkrijgen is – en moeten we meer inzetten op de basisfinanciering met kwaliteit en niet kwantiteit als criterium. Minder onderbehandeling én minder overbehandeling zullen daarvan het gevolg zijn, want zoals gesteld, vormen de twee ogenschijnlijk tegengestelde fenomenen, de twee handen op de buik van onze gezondheidszorg.
Daarom moet de financiering worden herzien, de eerstelijnszorg en de rol van de huisarts worden versterkt, en moeten ziekenhuizen meer kunnen rekenen op een degelijk basisfinanciering, zodat ze niet worden afgestraft indien ze investeren en meer kwaliteit en minder in kwantiteit. Nu is het omgekeerde het geval en worden bv. artsen of ziekenhuizen rijker indien ze meer medische prestaties afleveren. Evengoed zou het een criterium kunnen zijn om meer te investeren in communicatietijd met patiënten of aandacht te hebben voor de persoonlijke (informatie)noden van de patiënt, zodat minder generalistische behandelingen en overbodige screenings zich zouden voordoen. Aan de hand van talloze voorbeelden in het boek toont de auteur dit overtuigend aan.
Dit boek vormt een mooi gecomponeerd en overzichtelijk geheel van de uitdagingen waarvoor onze gezondheidszorg zich geplaatst ziet en verdient centraal te staan in de discussie over de toekomst van ons gezondheidsbeleid. Het federale gezondheidsbeleid heeft al wel wat stappen gezet, maar misschien weinig gestructureerd en niet op lange termijn gericht.
Het valt daarom te betreuren dat nog voor de federale minister het boek had kunnen lezen, zij al klaar stond met haar kritische opmerkingen erover. Dat doet mij een beetje denken aan de Franse filosoof Bernard-Henry Lévy die ooit protesteerde tegen de film Underground van de Servische regisseur Emil Kusturica, een film die hij bij nader inzien niet eens had bekeken. Helaas is de gelijkaardige politieke reactie in dit land een ‘quod erat demonstrandum’ van het uitgangspunt dat Lieven Annemans aanklaagt in dit boek: gemakzuchtig blijven verdedigen dat ons systeem goed is en daarom moet worden behouden om dat zo te houden, is de beste manier om het kapot te maken.





Comments

Popular posts from this blog

Interview De Morgen over 'voorspellende geneeskunde' (De Morgen, 090714, Barbara Debusschere)

Opiniestuk DS (28/11/13) 'De piëdestal van het morele narcisme'