diversiteit van de menselijke sexe
Ignaas Devisch
De diversiteit van het menselijke geslacht (zie: De Morgen.be
Dat Duitsland, behalve m/v, derde onbepaald geslacht erkent
is kwestie van sociale rechtvaardigheid
Ignaas Devisch is professor medische filosofie en ethiek
(UGent) en voorzitter van de Maakbare Mens
In de verhouding van de biologische persoon tot onze
identiteit, is een enorme revolutie aan de gang en dat heeft de Duitse wetgever
goed begrepen. Vanaf 1 november hebben Duitse ouders van baby’s die geboren
worden zonder uitgesproken mannelijke of vrouwelijke geslachtskenmerken, de
kans om het geslacht van hun kind zoals dat heet ‘open te laten’
(DM 20/8). Enkele korte bedenkingen bij
deze opmerkelijke beslissing.
Als filosoof voel ik mij niet geroepen om de juridische kant
van deze zaak te belichten of de maatschappelijke consequenties van een ‘derde
geslacht’; deze zullen niet gering zijn en ons confronteren met grote
(burgerlijke registratie) en kleine (naar welk toilet moet zo iemand dan?)
ongemakken. Daarnaast, en hier wil ik even bij stilstaan, is er navenant nog
heel wat denkarbeid nodig over enkele fundamentele vragen aangaande de
menselijke identiteit: hoe deze kwestie te benaderen?
In heel wat medische debatten over menselijke maakbaarheid,
gaat het om een gesprek tussen zij die vinden dat we moeten aanvaarden wie we
zijn, en zij die het menselijke leven als maakbaar beschouwen. De eersten staan
weigerachtig tegenover aanpassingen van het menselijke lichaam en pleiten voor
‘laten zijn’ of ‘leren aanvaarden’. Zij vinden dat de geest zich moet aanpassen
aan het lichaam. De anderen juichen nieuwe mogelijkheden toe en staan open voor
‘verbouwingen’; deze positie gaat er vanuit dat je het lichaam aan de geest
moet aanpassen. Zo is transseksualiteit
voor de ene een mentale stoornis, voor de ander een op te lossen biologisch
probleem.
We doen er goed aan de casus van de interseksuele mens niet
met dit ethische debat te vermengen. Immers, noch geest, noch lichaam worden
hier aangepast, maar de diversiteit van het menselijke geslacht wordt wettelijk
erkend en zo wordt mogelijke discriminatie van deze personen tegengegaan, zoals
ook eerder ook al in Australië en Nepal dit de motivatie was om over te gaan
tot wetgeving op dit vlak. Het uitblijven van wetgeving zorgt er vaak voor dat
deze mensen ofwel alsnog geslachtsoperaties ondergaan, dan wel veroordeeld
lijken tot een of ander rariteitenkabinet.
Hoewel heel wat mensen spontaan de wenkbrauwen zullen
fronsen bij deze wetgeving, is het in wezen een eenvoudige kwestie: het
erkennen we dat mensen geboren worden zonder uitsproken geslachtskenmerken; het
onszelf ervoor behoeden dat deze mensen gelabeld worden met labels van allerlei
stoornissen die we dienen te bestrijden en het maatschappelijk garanderen dat
deze mensen van discriminatie gevrijwaard blijven. De discussie over de
interseksuele mens is daarom wat mij betreft, naast het belangrijke juridische
luik ervan, eerder een kwestie van sociale rechtvaardigheid dan een
ethische aangelegenheid. Het gaat er
niet om dat we grenzen overschrijden of nieuwe wegen inslaan, maar dat we
eindelijk erkennen dat de biologie ons vaak met veel meer verwarring opzadelt
dan we maatschappelijk willen erkennen.
Comments
Post a Comment