Het absurde geweld valt niet te bewaken Door extreme of onverklaarbare daden te benoemen, proberen we de herhaling ervan tegen te houden. Dat is natuurlijk ijdele hoop, schrijft IGNAAS DEVISCH. IGNAAS DEVISCH Wie? Doceert medische filosofie en ethiek aan de UGent. Wat? We zullen altijd handen en middelen tekortkomen om ons in te dekken tegen alle risico’s waaraan een samenleving blootgesteld is. Op 26 juli 2016 beleefde Japan de ergste naoorlogse terreurdaad. Satoshi Uematsu, een 26jarige man, drong een zorghuis binnen, gijzelde enkele medewerkers en ging vervolgens de bewoners – mensen met een meervoudige handicap – met messen te lijf. Resultaat: 19 doden en 26 zwaargewonden. Daarna gaf hij zichzelf aan, met een brede grijns op het gezicht. Wereldwijd glipte het nieuwsfeit grotendeels tussen de mazen van de media. Onterecht, maar misschien wel veelzeggend. Want wat moeten we met zijn absurde daden, die niet alleen de meest kwetsbaren treffen, maar bovendien werden...